zondag 20 januari 2019

Motor - Brandstofpomp

Om brandstof naar de carburateur te krijgen zit er een brandstofpomp op de motor. Deze wordt mechanisch aangestuurd met een staafje door een nok op de nokkenas. Vergelijkbaar met de aansturing van een in- of uitlaatklep, maar dan minder kritisch. In de mechanische pomp wordt de beweging van het staafje omgezet in de beweging van een membraan. Een eenvoudig klepje zorgt ervoor dat de benzine maar één richting op beweegt (richting de carburateur).

De brandstofpomp ontmanteld.

De onderdelen van de pomp zijn vrij gemakkelijk schoon te maken - ook de behuizing kan gemakkelijk onder handen genomen worden nu alle kwetsbare onderdelen verwijderd zijn.

Alle onderdelen schoon.

Na de schoonmaak rest het in elkaar zetten. Eerst maar even het centrale asje assembleren.




Om het membraan op het asje te krijgen moet de veer ingedrukt worden. Dat is een beetje een friemelklusje.

Het moertje heb ik gefixeerd met locking vloeistof.

Nu kan de behuizing dicht. Ik heb nog wat mooie RVS inbusboutjes liggen die passen. Geeft een beter uiterlijk dan de 'oude' boutjes. Hij zal er echt niet beter van werken ;-).

En de pomp is weer dicht.

Op bovenstaande foto is het staafje, de dikke pakking en zijn de bevestigingsboutjes met ringetjes (natuurlijk M7) nog zichtbaar.

Even nog een *spoiler* van de bevestiging op de motor:

Kwart slag draaien voor de juiste oriëntatie.





zaterdag 19 januari 2019

Motor - Nog meer roestige onderdelen

De motor heeft inmiddels zijn eerste minuten weer gedraaid. Een enorme mijlpaal! Ik loop een beetje achter met dit blog, dus tijd voor een paar berichtjes. Bijna elke klus aan de auto start met het uit elkaar halen, schoonmaken en vaak ook ontroesten van onderdelen. Ook aan de motor zitten best wat roestige onderdelen die een opknapbeurt kunnen gebruiken. De koeltunnel is daar een mooi en arbeidsintensief voorbeeld van. Het plaatwerk is op vele plaatsen behoorlijk aangetast en omdat het veel randjes, gaatjes, sleufjes, holletjes enz. heeft gaat het wel weer wat uurtjes kosten om het weer netjes te krijgen.

Ook deze metalen delen krijgen een elektrolysebehandeling om de laatste roestrestjes op te lossen.

Elektrolyse, elektrolyse en nog eens elektrolyse...

Na dagen, zeg maar gerust weken (niet elke dag hoor) werk, ziet het plaatwerk er weer toonbaar uit. Zelfs het spruitstuk is roestvrij.


Tafeltje vol met spulletjes.

De koeltunnel gaat in de RX5 en RX10. Het spruitstuk gaat in de hittebestendige lak. Eigenlijk maak je bij deze onderdelen altijd de verkeerde keuze betreffende de afwerking omdat het deels koel blijft en deels heet wordt. De koelbeplating wordt niet héél heet, vandaar de RX5/RX10. Het spruitstuk wordt maar gedeeltelijk heet. De inlaat en het middengedeelte (waar de carburateur op staat) wordt veel minder heet en daar zal de hittebestendige lak niet echt nodig zijn. Maar om de ene helft wél en de andere helft niet met hittebestendige lak te behandelen... Waar leg je de grens? Hetzelfde geldt ook voor de verwarmingspotten.

De koeltunnel en de verwarmingspotten worden in de markt aangeboden in poedercoat-afwerking. Voor de koeltunnel zal dit wel werken, maar bij de verwarmingspotten werkt dat niet rond het uitlaatgedeelte. Ik heb daar bij andere bouwers de poedercoating behoorlijk door de hitte aangetast gezien. Erg jammer. De poedercoating is natuurlijk wel véél krasvaster dan wat ik er op smeer en/of spuit. Waar je ook voor kiest, het zal altijd een compromis blijven. We gaan het zien.

Onderdelen hebben hun eerste paar lagen RX5/10 er al weer op zitten.

Nu we toch weer aan het poetsen zijn (pfff) ook maar meteen de zes draadeinden om de cilinders aan het blok te bevestigen én de oliekoeler schoon gemaakt. De draadeinden heb ik ook in de zinkspray en hittebestendige lak gezet.

De linker twee zijn afgebakken, de rechter vier nog niet.

De oliekoeler heeft het demonteren niet overleefd. Gelukkig had ik er nog een liggen van vroeger, want die schijnen beter te zijn dan de nieuwe oliekoelers die aangeboden worden. De nieuwe koelers hebben rechte vinnen (noem je die zo?), die van de oude koelers zijn ietwat schuin geplaatst waardoor ze meer in de richting van de luchtflow staan. Of dit in de praktijk nu echt veel uitmaakt weet ik niet. Hoef ik ook niet te weten, want ik heb nog een oude.

Het is zaak de oliekoeler goed schoon te maken. Het best gaat dit ultrasoon, maar daar heb ik niet de beschikking over. Ik laat 'm lekker een tijdje in benzine weken en spoel hem daarna grondig na.