maandag 7 augustus 2017

Naar de RDW - deel 1



Vandaag voor het eerst naar de RDW geweest. Het gaat nu echt beginnen! Waarom nu al naar de RDW zul je denken... Da's omdat aan het eind van de bouw/restauratie (o.a.) het chassisnummer opnieuw ingeslagen moet worden. Ik ga namelijk sowieso het chassis vervangen. Het huidige chassis is behoorlijk rot. Zo rot dat ik niet meer op hoge (!?) snelheid over verkeersdrempels durf te gassen. Bang dat het chassis breekt. De enige instantie die een chassisnummer in mag slaan, is de RDW. Voordat de ontmanteling begint wil de RDW de auto nog een keer in zijn geheel zien om de hoofdonderdelen te identificeren. Zie ook De regeltjes en het vooronderzoek. Het belangrijkste identificatiegegeven van een auto is het VIN (Voertuig IdentificatieNummer/Vehicle Identification Number), bij een 2CV6 ingeslagen in het chassis en vermeld op het typeplaatje van de carrosserie. Het chassisnummer moet origineel zijn (of door de RDW ingeslagen). Een origineel nummer is te herkennen aan de chevrontekens aan het begin en het eind van het nummer. Bij mijn nummer nog net herkenbaar.

Links van de V is het ovaaltje met de twee chevrons te herkennen.

Voor het gemak heb ik tijdens het onderzoek het rechter spatbord verwijderd. Het grotere oliefilter verhindert het zicht op het chassisnummer. De omstanders stonden er van te kijken hoe gemakkelijk dit bij een eend gaat.

Bij de RDW, keuringsstation Venlo

Het fototoestel van de keurmeester ligt naast de moeren op de bumper.

De keurmeester aan het werk.

Nog enkele - veelal bevestigende - tips gekregen van de keurmeester:

  1. Van auto's met een niet door de RDW ingeslagen chassisnummer, wordt het kenteken in principe ingenomen. Deze auto's zijn NIET geschikt als donor voor een kitcar en mogen eigenlijk niet eens de weg op.
  2. Slijp een ruim deel van het oude chassis af - daar waar het nummer in staat. Bewaak dit stuk ijzer met je leven! Laat het niet per ongeluk verdwijnen in de oud-ijzer-bak. Dit stuk chassis met het chassisnummer moet bij de herinslag/keuring bij de RDW ingeleverd worden zodat het nummer niet hergebruikt kan worden. Zonder dit stuk ijzer in principe geen herinslag van je chassisnummer.
  3. Ga je een kitcar bouwen, dan wordt de huidige carrosserie in principe niet meer gebruikt. Het typeplaatje moet dan overgezet worden op de nieuwe body. Wordt de oude carrosserie gebruikt voor de restauratie van een andere eend, dan moet het typeplaatje van die andere eend overgezet worden. Dit hoeft niet door de RDW te gebeuren. Zorg dus ook dat het typeplaatje van de oude body bewaard blijft.
  4. Het motornummerplaatje moet op de motor blijven. Op dezelfde wijze gemonteerd als nu het geval is. Hiervan is een foto gemaakt. Deze wordt bij de herinslag gecontroleerd. De motor mag niet gewijzigd worden omdat dan gezondigd wordt aan de regel dat slechts één hoofdonderdeel gewijzigd mag worden. De keurmeester wees mij er nog op dat het plaatje door revisiebedrijven vaak verwijderd wordt. Laat dit niet gebeuren!
  5. We hebben het nog even over het nieuwe chassis gehad. In principe moet er een gelijk-aan-origineel chassis gebruikt worden. Echter wist de keurmeester ook wel dat Citroën deze al geruime tijd niet meer maakt. Elk ander vergelijkbaar chassis waarbij de eigenschappen van de auto niet veranderen (citaat: "...bijvoorbeeld de spoorbreedte...") wordt geaccepteerd. Zeker chassis van gerenommeerde leveranciers zijn bruikbaar. Ik heb het gegalvaniseerde chassis van Der Franzose genoemd: zou geen probleem op mogen leveren.
  6. De keurmeester had recent op marktplaats een onafgemaakt Burton-project gezien (een echte liefhebber). Mijn eigen eend moest ik gewoon opknappen en dan een veel slechtere gebruiken voor de kitcar. Een prima advies overigens dat mij bij Burton Car Company ook al gegeven werd. Hmmm, nog eens even over nadenken.
  7. Volgens de keurmeester kon je voor de 2CV nog volledige nieuwe koetsen kopen voor een paar duizend euro. Op die manier kon ik mijn eend vrij snel restaureren. Het vervangen van de carrosserie wordt net als het vervangen van het chassis gezien als een reparatie. Dus niet als wijziging. Wilde hij mij nogmaals motiveren om de eend te restaureren? Citaat: "In een Burton ga je toch niet vaak rijden. Die is echt bedoeld voor mooi weer."
Bij tip 4: om de identificatie van de motor vast te leggen kan de keurmeester ook een IVIN-loodje bevestigen. We hebben even gezocht om een geschikt gat te vinden voor dit loodje. In eerste instantie wilde de keurmeester een loodje bevestigen door het ontsteking-afstel-gat. Dat had hij bij eerdere eenden ook zo gedaan. Ik heb hem vriendelijk gevraagd om dit niet te doen omdat het afstellen na de revisie van de motor dan wel heel moeilijk zou worden. Dat begreep hij wel, dus we hebben nog even verder gezocht maar geen geschikt gat kunnen vinden. Op zich geen probleem, maar dan is het erg belangrijk dat het motornummerplaatje blijft zitten. Dit is dan nog de enige manier om bij de keuring vast te stellen dat het om dezelfde motor gaat.

Het enige loodje dat de keurmeester heeft geplaatst zit aan de carrosserie. Waarschijnlijk gaat de RDW juist dit loodje niet meer terugzien, aangezien dit onderdeel vervangen wordt door de Burton-koets.

Een loodje bij het scharnier van de deur rechtsvoor.

Mijn eerste bezoek aan een RDW-keuringsstation. Het vooronderzoek is goed verlopen, de identiteit is succesvol vastgesteld. Een prima, leerzame ervaring en 46 Euro lichter. En wat heb ik genoten van het rijden in mijn vertrouwde eendje. Veel te lang niet gedaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten